De betovering van taal
Dit deel lijkt een beetje op 'het effect van taal', maar hier gaan we nog wat verder.
Bepaalde woorden of teksten, soms in combinatie met beeld en/of geluid, gesproken of gezongen, kunnen mensen soms niet meer loslaten. Ze blijven het herhalen, denken er steeds weer aan terug, putten er troost uit of raken erdoor geïnspireerd.
In de reclame wordt hiervan dankbaar gebruik gemaakt. Waardoor vergeet je die ene zin uit die reclame niet meer?
Ook door de kunst van schrijven en dichten kunnen mensen als het ware betoverd raken, door de goed gekozen woorden, door de beelden of de sfeer die ze oproepen. Zo bijzonder, dat zulke woorden in rouw- en geboorte-berichten gebruikt worden en men ze bij feesten of herdenkingen citeert.
Door op zoek te gaan naar zulke teksten, kun je proberen te ervaren hoe bijzonder of juist hoe gewoon jij die teksten vindt. Ook kun je dan onderzoeken of ook anderen zich teksten herinneren en daar ervaringen bij hebben.
Hoe krijg ik jou zo gek?
In de reclame is taal heel belangrijk. Wie de goede woorden kiest, kan anderen in beweging brengen: om iets te gaan kopen of aan een 'goed doel' te geven, om te twitteren of liken op facebook, of om lid te worden van iets of om te protesteren tegen iets.
- Wat maakt dat zulke woorden dat voor elkaar krijgen?
- Zijn het toverwoorden? Kunnen woorden je als het ware betoveren, waardoor je iets gaat doen wat je eerst niet van plan was?
- Verzamel voorbeelden van jezelf, van mensen uit je omgeving en van tv en krant.
- Probeer zelf eens uit welke teksten / soort woorden mensen wel en niet in beweging zetten?
- Onderzoek wat mensen zelf ervaren: waardoor zijn ze gaan doen of laten wat die tekst probeerde uit te lokken?
Goed – beter - best
Je hebt vast wel eens reclameteksten gehoord of gezien.
Een paar voorbeelden:
- De goedkoopste van Nederland
- Hoogste kwaliteit voor de laagste prijs
- Altijd goed, altijd goedkoop
- Meer dan 100% klanttevredenheid
- Echt lekker en dagvers
- Beste smaak, beste prijs
Bedenk zelf ook een paar reclamezinnen, bijvoorbeeld voor jouw school of voor jouw lievelingseten.
Wanneer is zo’n reclamezin echt goed? Verzamel samen eens een paar kenmerken van een reclamezin die werkt.
Zie je die kenmerken in je eigen zinnen ook terug? (Zo nee, probeer ze dan nog wat aan te passen!)
Raadseltaal
Je hebt misschien wel eens een woordenpuzzel gemaakt. Die heb je in allerlei vormen, waarvan de kruiswoordpuzzel een van de bekendste is. Daarin kruisen de woorden elkaar horizontaal en verticaal, vandaar de naam.
Bij zo’n woordenpuzzel gebruikt men omschrijvingen die je op het spoor moeten zetten van het bedoelde woord. Die omschrijvingen lijken soms een beetje op raadseltjes. Kijk maar naar dit voorbeeld: ‘bewaarplaats voor fijngemalen meel’. Daarmee wordt het woord ‘bloempot’ bedoeld. Kun je uitleggen hoe dat woord en die omschrijving bijelkaar passen?
Vaak staat het aantal letters er tussen haakjes achter, zodat je daarmee nog beter op het goede spoor kunt komen. Voorbeeld: hardlopen lijkt op de onderkant van een muur (6).
Probeer zelf ook eens zulke raadselachtige omschrijvingen te bedenken! Noteer die op een poster en laat je klasgenoten erbij schrijven welk woord jij volgens hen bedoelt…
Stopwoorden
Misschien is het je weleens opgevallen dat sommige mensen een bepaald woord of een bepaald zinnetje heel erg vaak gebruiken .
“Je kunt dat, zeg maar, direct doen, maar ook, eeeh, uitstellen, ofzo.”
In deze zin staan drie van die stopwoorden, die je vast wel vaker gehoord hebt. Misschien gebruik je ze zelf wel…
Waarom zouden mensen zulke woorden gebruiken, en dan ook nog eens zo vaak?
Veel mensen proberen even denktijd te maken, door iets te zeggen dat nog geen betekenis heeft, zoals "eh". Anderen gebruiken zulke stopwoorden om hun boodschap minder direct of scherp te maken, omdat ze zich wat onzeker voelen over wat ze wilden zeggen. Het gevolg is meestal dat wat iemand zegt vager en onduidelijker wordt. Je maakt je verhaal een beetje mistig, zeg maar…
Let deze week eens op alle mensen die je om je heen hoort praten en probeer te ontdekken of iemand van hen stopwoorden gebruikt en zo ja, hoe vaak dat gebeurt.
Als je durft zou je kunnen vragen of zij zich ervan bewust zijn dat ze die woorden gebruiken. De kans is namelijk groot dat dit helemaal ‘vanzelf’ gebeurt, zonder dat ze het zelf in de gaten hebben.
Een goed begin
Vraag aan je maatje om vijf boeken uit de bieb te pakken, zonder erop te letten welke. Dat kan met de ogen dicht, maar hij/zij kan ook het 5e, 10e, 15e, 20e en 25e boek vanaf links pakken. Jij mag natuurlijk niet zien welke boeken dat zijn. Laat die boeken in een tas doen, zodat je ze ook niet per ongeluk ziet.
Dan zet je (op een rustig plekje) twee stoelen achter elkaar en ga je zelf op de voorste zitten, met pen en papier. Je maatje komt achter je en leest jou de eerst 5 à 10 regels van hoofdstuk 1 van boek 1 voor. (Hoeveel regels precies hangt een beetje af van de tekst: er moet wel iets genoemd of gezegd zijn waardoor je al iets over het verhaal weet.) Dat doet je maatje daarna ook met de andere vier boeken.
Daarna komt een tweede ronde. Je maatje leest weer 5 à 10 regels, maar nu is dat het begin van een hoofdstuk middenin het boek. Je kunt afspreken dat in een andere volgorde te doen, zodat jij kan proberen uit te vinden bij welk beginstukje dat tweede fragment hoort. Verder maak je weer kort aantekeningen over woorden, zinnen en wat jij ervan vindt.
Tenslotte leest je maatje het slot van het boek, bijvoorbeeld de laatste alinea. Dat kan weer in een willekeurige volgorde, zodat jij moet uitvinden wat bij wat hoort. Verder is het weer de vraag hoe je dat slot vindt. Maakt dit dat je het boek toch helemaal wilt lezen, of juist niet?
De slotvraag is dan: welk van die vijf boeken wist jou het meest te 'betoveren' en waardoor kwam dat?
Daarna draaien jullie natuurlijk de rollen om en krijgt je maatje de kans om betoverd te worden door wat jij kiest uit de bieb en voorleest.
Om over na te denken
"Perfectie wordt niet bereikt wanneer er niets meer toe te voegen is, maar juist wanneer er niets meer weggelaten kan worden." Dat schreef Antoine de Saint-Exupéry, de schrijver van het wereld-beroemde verhaal De kleine prins (Le petit prince).
Denk eens na over deze zin. Zou dat echt zo zijn? Verzamel voorbeelden waaruit blijkt dat hij gelijk heeft en voorbeelden waaruit blijkt dat het misschien toch niet (altijd) waar is. Praat over die voorbeelden met anderen: kloppen ze wel?
Zoek het boekje De kleine prins eens op in de bieb. Waardoor zou dit verhaal zo beroemd geworden zijn? Zoek ook eens uit wat voor iemand die Antoine de Saint-Exupéry was.
Daar istie weer...
Verzamel zoveel mogelijk voorbeelden van stopwoorden. Gebruiken mensen van verschillende leeftijden dezelfde woorden of zinnen? Is er verschil tussen mannen en vrouwen (jongens/meisjes)?
Vraag ook eens aan mensen die je een of meer stopwoorden hoort gebruiken of ze zelf denken (of weten) dat ze stopwoorden gebruiken...
Zouden er ook stopwoorden in geschreven taal voorkomen? Waardoor denk je dat? Neem eens een steekproef om te onderzoeken of je gelijk hebt!
Waarom staat dit onderwerp bij 'de betovering van taal', denk je?
Tovenaarsleerling
De titel van deze rubriek komt van het werkwoord 'toveren'. In sprookjes kom je soms vormen van toveren tegen. Het verhaal over de tovenaarsleerling uit het sprookjesboek van de gebroeders Grimm, is vaak weer door anderen gebruikt. Zowel in tekenfilms (Walt Disney) als in stripverhalen (de Smurfen) kom je zulke variaties tegen.
De Franse componist Paul Dukas heeft bij dit sprookje muziek geschreven, waarin je goed kunt horen wat er gebeurt als het toveren van die tovenaarsleerling een beetje uit de hand loopt... Muziek blijkt dan ook een taal, want daarmee kan een componist verhalen vertellen.
Zoek eerst in een sprookjesboek (Grimm) het originele verhaal over De Tovenaarsleerling op en lees dat goed door. Noteer kort wat de verschillende gebeurtenissen in dat verhaal zijn.
Kijk vervolgens naar een filmpje van Walt Disney, waarin hij deze muziek ook weer heeft gebruikt. https://www.youtube.com/watch?v=cWZJcKM8pO0.
Met deze kennis en ervaring ga je nu zelf aan het werk.
Er volgt meer!